Olivier Rogiest, vennoot bij Quaestor, wijst op een opmerkelijke statistiek uit een consultancyrapport: er zijn in Europa zeventien keer meer bedrijven (boven de 50 miljoen euro omzet) die niet-beursgenoteerd zijn versus wel beursgenoteerd. ‘De beurs zal altijd wel blijven bestaan, maar wij zien meer potentieel om in die andere, veel grotere vijver te vissen.’
Het Roeselaarse vermogenshuis heeft zich van pionier opgewerkt tot een van de grootste Belgische spelers in het domein van private markten, maar is lang niet meer alleen. Het ziet de ene concurrent na de andere uitpakken met een eigen fondsenaanbod aan niet-beursgenoteerde beleggingen.
Bij Quaestor maken ze zich daar niet al te veel zorgen over. ‘We kunnen terugvallen op intussen twintig jaar expertise en ons internationaal netwerk. Een voorbeeld: voor ons fonds met focus op Zuid-Oost-Azië werken we samen met de in Azië gevestigde ex-managers van Verlinvest, het investeringsvehikel van de AB InBev-families de Spoelberch en de Mévius. Alvorens wij in een fonds investeren doen we altijd grondig ons huiswerk. Hierbij is het ook belangrijk dat we een directe lijn hebben met de fondsbeheerder zelf, gezien dit de verdere opvolging aanzienlijk vergemakkelijkt.’
Volgens Rogiest is de opgang van private beleggingen geen hype of tijdelijke rush. ‘De categorie is een blijver. In Angelsaksische zakenfamilies was private equity al langer ingeburgerd. Nu zien we dat ook Europese families de activaklasse ontdekken, met de verhoogde activiteit bij de private banks en family offices tot gevolg.’
Niet alleen aan de beleggerskant, ook aan de kant van de bedrijven die financiering zoeken lijkt er sprake van een mentaliteitswijziging. ‘Bedrijven hebben nood aan kapitaal en toch zijn er weinig beursintroducties. Dat komt omdat steeds meer bedrijven hun weg vinden naar private equity, waar ook almaar meer kapitaal rondhangt. Private equity neemt zo voor een stuk de rol over van de beurs’, analyseert Rogiest.
Door private kapitaalbronnen aan te boren, kunnen bedrijven ontsnappen aan de administratie en de kosten die aan een beursnotering verbonden zijn. ‘En wat voor veel bedrijfsleiders en zakenfamilies een belangrijk argument is: je wordt zo niet onderworpen aan de “dictatuur van het kwartaal”, waarbij beleggers je om de drie maanden evalueren, terwijl je strategie op de lange termijn gericht is. Zonder beursnotering hoeft de ceo zich niet “in zijn blootje” te zetten’, zegt Rogiest.
Er gaan stemmen op om private beleggingen verder te democratiseren en naar het grote publiek te brengen. Bijvoorbeeld door de wettelijke instapdrempel te verlagen voor de private privak of liquiditeitsmaatregelen voorzien in een Eltif. Dat zijn populaire investeringsvehikels voor beleggingen in niet-genoteerde bedrijven. Momenteel moet een belegger minimaal 25.000 euro op tafel leggen om mee te mogen doen met een privak.
Bij Quaestor hebben ze grote bedenkingen bij de verruiming naar het retailpubliek. ‘We blijven hier toch spreken van risicokapitaal. Dat is geen walk in the park. Ten tweede zijn private-equity-beleggingen doorgaans voor zes à tien jaar illiquide. De latente waarde van een investering komt vaak pas op het einde van de looptijd naar boven. Kortom: te gemakkelijk toegang verschaffen aan private equity of deze illiquide activaklasse meer liquide maken, lijkt ons een gevaarlijk idee. De activaklasse is meer geschikt voor vermogens van een zekere grootte, die de financiële ruimte hebben om te diversifiëren.’